Een delier kan ontstaan bij ernstige ziekte, na een operatie, door medicijnen of door dementie. Maar ook door stress, angst of slaapgebrek. Tijdens een delier kun je dingen horen of zien die er niet zijn (hallucineren). Ook kun je onrustig of suf worden. Hoe helder je bent, kan van uur tot uur verschillen.
Je kunt al een delier hebben bij opname in ons ziekenhuis. Het kan ook ontstaan tijdens de opname. Het team van Geriatrie onderzoekt dan waardoor jouw delier is ontstaan en pakt deze problemen aan. Bij erge angst of onrust kunnen we je medicijnen geven. Ook letten we goed op je voeding, of je voldoende drinkt en een goed dag/nachtritme hebt. Zo zetten we ons volledig in voor jouw herstel.
Jouw keuze
Als jouw naaste een delier heeft, maak je je natuurlijk zorgen. In onze folders kun je uitgebreid lezen hoe je er voor hem of haar kunt zijn. Bijvoorbeeld door op de verpleegafdeling bij de patiënt te blijven slapen (‘rooming-in’).
Tips
Rust, regelmaat en het zien van dierbaren helpen bij een delier. Als naaste kun je met de patiënt contact maken door duidelijk te praten, in korte zinnen. Lees wat je nog meer kunt doen in de folders.
Weer thuis
Hoe lang je als patiënt op de verpleegafdeling blijft, ligt aan jouw herstel. Naar huis gaan na jouw opname is een spannend moment. Je kunt onze polikliniek Geriatrie altijd bellen met vragen. Of een nieuwe afspraak maken in het ziekenhuis.