Een jaar cliëntenraad

Grappig. Een jaar geleden -nou ja, 13 maanden- wist ik eigenlijk niet eens dat er cliëntenraden bestaan. En nu ben ik al weer een maand of negen lid van de cliëntenraad van Reinier. Een goed moment om eens terug te kijken.

Niet zozeer op wat ik zelf heb gezien en gedaan, maar op de activiteiten van de cliëntenraad in het afgelopen jaar.

Zorgen dat bij alles wat er in en rond Reinier gebeurt, steeds de vraag gesteld wordt: “is dit goed voor de patiënten?”. Zo zou je het werk van de cliëntenraad kunnen uitdrukken. En dan bedoel ik niet in de eerste plaats het wek van de dokters, de verpleegkundigen en al die anderen die direct met de patiënten in aanraking komen. Daar kan weleens wat misgaan, maar zij ervaren in elk geval dagelijks dat Reinier er is voor mensen. Mensen hun hulp nodig hebben. Om te genezen. Om met hun aandoening zo lang en zo goed mogelijk te leven. Om leven te geven. Al die mensen die alle dagen van het jaar, 24 uur per dag een beroep op ze doen.

Degenen tot wie de cliëntenraad zich vooral richt, zijn degenen die meer achter de schermen werken. Ook zij weten heel goed dat Reinier er voor de patiënten is, maar in hun dagelijkse werk spelen heel andere zaken en vragen een rol. Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende personeel is? Dat er geld is om de mensen te betalen, en de elektriciteitsrekening? Hoe voldoen we aan alle regels, die allemaal ergens goed voor zijn maar soms toch wel enorm knellen? En hoe zorgen we dat de mensen die in de toekomst zijn aangewezen op Reinier, kunnen krijgen wat dan nodig is?

Als cliëntenraad praten we met die mensen. Met de directie, de facilitaire dienst, de afdeling kwaliteit & veiligheid, de afdeling communicatie, de klachtenfunctionarissen, en nog heel wat anderen. We luisteren naar waar ze tegenaan lopen en naar wat hun plannen zijn. We vertellen ze wat wij zien als we in Reinier lopen, en wat we horen als we met patiënten praten. We adviseren ze soms: “denk ook hier eens aan”, of “als je het nu zo doet, dan …”. Maar het belangrijkste wat we doen, is vragen stellen: “waarom doe je het zo?”, “wat betekent dat voor de patiënten?”, “wie wordt hier beter van?”.

Nou ja, ik wil maar zeggen: als u ons jaarverslag leest, die opsomming van feitjes over de samenstelling van de raad, hoe vaak en met wie we vergaderd hebben, welke adviezen ons gevraagd zijn en waarover we nog meer gesproken hebben – bedenk dan dat het ging om die ene vraag: “Is dit goed voor de patiënten?” Het stellen van die vraag, en soms helpen hem te beantwoorden, dat is ons bestaansrecht.

Dat wordt ook gezien door de mensen van Reinier, merken we. Want er wordt naar ons geluisterd, en onze inbreng wordt gewaardeerd. En dat is waarom ik blij ben dat ik een jaar geleden -nou ja, 13 maanden- de vraag kreeg of ik mee wilde doen.

Max Kommer