Makkelijker verwijzen voor protonentherapie door samenwerking met HollandPTC

25 mei 2022

Het Reinier de Graaf ziekenhuis werkt samen met het Holland Protonen Therapie Centrum (HollandPTC) voor de behandeling van patiënten met diverse soorten kanker. In HollandPTC kunnen zij behandeld worden met protonentherapie. Protonentherapie is in Nederland een relatief nieuwe vorm van bestraling en heeft voor patiënten, die aan bepaalde voorwaarden voldoen, voordelen. Een mooi voorbeeld van hoe wij door samenwerking de zorg aan onze patiënten verbeteren.

HollandPTC is een zelfstandig poliklinisch centrum voor protonentherapie, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs in Delft. Het is opgericht door Erasmus MC, LUMC en TU Delft. In 2018 zijn zij begonnen met bestralingen van hersentumoren. Daar zijn inmiddels ook andere typen tumoren bijgekomen, zoals tumoren die voorkomen bij slokdarmkanker. Patiënten van Reinier de Graaf die deze vorm van kanker hebben, kunnen sinds kort terecht in het HollandPTC voor protonentherapie. Dankzij een intensieve samenwerking tussen het HollandPTC, het Erasmus MC, het LUMC en Reinier de Graaf.

Gezond weefsel minder beschadigen
Patiënten met slokdarmkanker zien eerst de verpleegkundig specialist, radiotherapeut en oncoloog in Reinier de Graaf. “We bespreken dan de behandelopties. Als gekozen wordt voor bestraling zijn er verschillende mogelijkheden, zoals radiotherapie met fotonen of protonentherapie als patiënten aan de gestelde voorwaarden voldoen”, aldus Marcelle Immink, radiotherapeut bij Reinier de Graaf, LUMC en HollandPTC. Yvonne Klaver, radiotherapeut bij HollandPTC en LUMC licht verder toe: “Fotonen zijn hele sterke röntgenstralen, die overal doorheen gaan. Als je een tumor daarmee bestraalt, krijgen de omliggende organen vaak ook straling. Protonen zijn kleine geladen deeltjes met als kenmerk dat je ze kunt laten stoppen op een bepaald punt. De organen die achter de slokdarm liggen, zoals het hart, krijgen dan bij sommige patiënten minder straling. Gezond weefsel wordt dus zo min mogelijk beschadigd. Daarmee wordt de kans op bijwerkingen door de bestraling kleiner.”

Minder straling in het hart
Maar protonentherapie is niet voor elke vorm van slokdarmkanker de meest geschikte behandeling. Yvonne: “Dit heeft onder andere te maken de grootte van de tumor en waar in de slokdarm de tumor zit. Daarnaast is het belangrijk dat een patiënt fit genoeg is. Natuurlijk moet iemand ook bereid zijn om voor de bestraling naar HollandPTC te komen. Als een patiënt in aanmerking komt voor protonentherapie bespreken we dit en maken we de keuze in goed overleg met de patiënt.”

Om te bepalen of protonentherapie voor een patiënt meerwaarde heeft, wordt er een planvergelijking gemaakt. Marcelle: “In Reinier de Graaf maken we eerst een CT-scan van het gebied waar de tumor zit. Met deze scan maken we daarna een bestralingsplan met fotonen, de reguliere manier van bestralen. Als daaruit blijkt dat er veel straling in het hart komt, kijken we of de patiënt in aanmerking komt voor protonentherapie volgens de gestelde voorwaarden. Is dat het geval, dan laten we een protonenplan maken in HollandPTC. Vervolgens vergelijken we de bestralingsplannen met elkaar. Als blijkt dat er geen voordeel is van protonenbestraling, blijft een patiënt in Reinier de Graaf. Maar als we in het plan zien dat er minder straling op het hart komt met protonenbestraling, dan verwijzen we een patiënt voor de bestraling door naar HollandPTC.”

Goed contact
Yvonne: “Zodra een patiënt besluit voor protonentherapie te kiezen, bereiden we de behandeling bij ons voor. Dan volgt vijf keer per week de bestraling in HollandPTC. De chemotherapie is één keer per week in Reinier de Graaf.” Marcelle: “Het is belangrijk dat de chemotherapie en de bestraling op dezelfde dag starten. Daarom houden we daarover goed contact met elkaar. Juist doordat we bij elkaar op de afdeling lopen, weet iedereen veel van alle patiënten en is het makkelijk de behandeling goed af te stemmen.”

Verpleegkundig specialist Erlinde
Erlinde de Graaf is verpleegkundig specialist op de GE-oncologieafdeling in Reinier de Graaf en houdt zich vooral bezig met patiënten met slokdarm- en maagkanker. In de samenwerking met HollandPTC is zij een spin in het web. “Als verpleegkundig specialist ga ik een zelfstandige behandelrelatie aan met patiënten. Ik doorloop met patiënten het hele traject; de diagnostiek, de behandeling en de nazorg. Wanneer blijkt dat iemand slokdarmkanker heeft, komt de patiënt de volgende dag bij mij voor een eerste persoonlijke kennismaking op de polikliniek. Tijdens dit gesprek is er aandacht voor de klachten, ziektegeschiedenis en psychosociale situatie van de patiënt. Ik voer lichamelijk onderzoek uit en zet vervolgonderzoeken in. Als een patiënt wordt bestraald in HollandPTC, blijf ik nog steeds het vaste aanspreekpunt. Bij vragen kan hij of zij gemakkelijk contact met mij opnemen. Ik heb veel contact met mijn collega’s in HollandPTC, om de continuïteit zo goed mogelijk te waarborgen. Het contact is laagdrempelig, waardoor de samenwerking soepel loopt.”

Patiënt meneer Van der Voort
Meneer Van der Voort was de eerste patiënt met slokdarmkanker, die in HollandPTC werd bestraald. Hij werd door Marcelle Immink vanuit het Reinier de Graaf doorverwezen naar HollandPTC. Hij vertelt: “Toen ik de diagnose slokdarmkanker kreeg, was dat natuurlijk heel erg schrikken. Vooral mijn familie vond het moeilijk, maar ik stond er vanaf het begin positief in. Ik had een mega goede conditie, want ik drink of rook niet en sport veel. Bovendien was de kanker gelukkig niet uitgezaaid. Mede daardoor kwam ik in aanmerking voor protonentherapie. De keuze daarvoor was, dankzij de voordelen, zo gemaakt. Tijdens de eerste kennismaking met dokter Klaver voelde het direct relaxed. HollandPTC is een fijne, huiselijke omgeving. Alle afspraken voor de bestraling liepen gesmeerd en duurden niet lang. Ook de afstemming met Reinier de Graaf voor mijn chemotherapie ging heel goed. Er is nooit miscommunicatie geweest. Daarnaast is het prettig om Erlinde als vast aanspreekpunt te hebben, vooral omdat mijn familie het zwaar vond dat ik ziek was. Ik heb 23 bestralingen gehad en uit de uitslag van het laboratorium bleek dat de bestraling goed zijn werk had gedaan. Ook in de lymfeklieren die ze weggehaald hebben, waren geen uitzaaiingen te vinden. Na de bestralingen en chemotherapie ben ik in januari geopereerd. Het gaat, op een paar klachten na, goed met me. Ondanks dat het echt een rotziekte is, is alles super verlopen”.