De katheter is een slangetje dat via je plasbuis naar je blaas gaat en zo je urine afvoert. Aan het uiteinde zit een ballonnetje. In de blaas wordt dit met water gevuld, zodat de katheter op z’n plek blijft zitten.
De verpleegkundige of arts brengt de katheter bij je in. Je plas komt via het slangetje terecht in een urinezak, die we vastmaken aan je been. Je houdt de katheter zolang als de specialist dit nodig vindt.
Elke 6 tot 8 weken vernieuwen we de katheter. Dat kan thuis of in het ziekenhuis. Mag de katheter voor je plasprolemen definitief verwijderd worden, dan controleren we altijd of het plassen weer lukt. Dit doen we door een aantal uur na het verwijderen de inhoud van je blaas te controleren. Dit doen we met een echo en noemen we een TWOC.
Jouw keuze
Een urinekatheter is een goede tijdelijke oplossing als zelf plassen niet of moeilijk gaat. Met een katheter loop je geen risico dat er urineresten in je blaas achterblijven. In Reinier de Graaf krijg je uitgebreide informatie en tips als je met een katheter naar huis gaat.
Tips
Het inbrengen van de katheter kan even onprettig zijn. Als je ontspant voelt het minder vervelend. Als je thuis bent met de katheter is het belangrijk om genoeg te drinken. Zo voorkom je infecties. Uitgebreid advies lees je in de folder.
Weer thuis
Als je met de katheter naar huis gaat, krijg je een startpakket mee. Hierin zitten urinezakken voor overdag en ’s nachts, een bedhanger en uitleg. Het is verstandig nieuwe urinezakken steeds ruim op tijd te bestellen.