Een chemo-push
Voordat je bij de kinderarts op de poli komt, moet je meestal bloed laten prikken (vingerprik), zodat de dokter weet hoe het met je bloedcellen is.
De vingerprik wordt gedaan op de afdeling bloedafname. Daarna ga je samen met je ouders naar de kinderpoli. Dat is op de 1e etage. Daar meld je je bij de balie. Soms moet je even wachten.
De kinderarts komt jullie ophalen. In de spreekkamer vraagt de dokter hoe het met je gaat en je kunt zelf ook vragen stellen.
De dokter moet je lichaam onderzoeken. Je mag dan op de behandeltafel gaan liggen. Daarna gaan jullie naar de Kinder- en jeugdafdeling op de 2de etage. Daar meld je je bij de balie.
Soms moet je nog even wachten tot de uitslag van je bloedcellen bekend is. Je kunt dan naar de speelkamer of de jeugdlounge.
De kinderoncologieverpleegkundige komt jou en je ouders ophalen. Jullie gaan naar de onderzoekskamer. Als je het fijn vindt gaat de medisch pedagogisch hulpverlener ook mee. In de onderzoekskamer krijg je de chemotherapie.
Een (halve) dag chemotherapie
Hoelang je in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van welke medicijnen je moet krijgen. In het ziekenhuis ga je samen met je ouders naar de Kinder- en jeugdafdeling. Daar meld je je bij de balie. Soms moet je even wachten. Je kunt dan naar de speelkamer of de jeugdlounge.
Als je PAC nog aangeprikt moet worden, gebeurt dit als eerste. Hierna krijg je chemotherapie. In de tijd dat je chemotherapie krijgt, kun je op je kamer, in de jeugdlounge of in de speelkamer doorbrengen.
Meerdaagse MTX-kuur
Sommige behandelingen duren een paar dagen. Bijvoorbeeld een MTX-kuur, die we toedienen bij kinderen met leukemie. MTX is de afkorting van het middel Methotrexaat. Hieronder lees je wat er allemaal gaat gebeuren.
Meestal heb je in het Prinses Máxima Centrum een ruggenprik gehad, is je PAC aangeprikt en is er bloed afgenomen. Daarna kom je met je ouders naar het Reinier de Graaf ziekenhuis voor je MTX- kuur.
In het ziekenhuis gaan jullie naar de Kinder- en jeugdafdeling. De kinderoncologieverpleegkundige weet dat je komt dus er is een kamer voor je klaargemaakt.
De start van de chemokuur
De verpleegkundige sluit een infuus aan op je PAC. Dit infuus hangt aan een infuuspaal. Deze infuuspaal heb je totdat je weer naar huis mag.
Als je moet plassen, moet je dit in een plasfles of een po doen. De verpleegkundige wil namelijk je plas onderzoeken. Dan weet ze of je mag beginnen met je chemokuur. Soms is je plas al onderzocht in het Máxima en mag je direct starten met de kuur. Daarna mag je op het toilet plassen. Je kunt misselijk worden van de chemokuur. De kinderverpleegkundige geef je medicijnen tegen de misselijkheid.
Na 24 uur
De chemokuur duurt precies 24 uur, een dag en een nacht. Na 24 uur wordt er bloed afgenomen uit je PAC. De dokter kan dan zien hoeveel chemotherapie er in je bloed zit. Daarna krijg je een infuus met water en zout, maar je mag ook zelf drinken.
De volgende dag
De volgende dag wil de dokter weer je bloed controleren. De kinderverpleegkundige haalt dan bloed uit je PAC. In je bloed kan de dokter zien of het infuus gestopt mag worden, of dat je nog een nachtje moet blijven.
Als je bloedwaarden goed zijn, wordt het infuus gestopt en haalt de kinderverpleegkundige de PAC naald eruit. Daarna mag je naar huis.
Bij bottumoren geven we ook de MTX-kuur, maar deze verschilt op sommige punten. De kinderoncologieverpleegkundige kan je dit op de afdeling uitleggen.