Bed and Breakfast in Reinier: leren van het verhaal

Kent u het programma Bed and Breakfast? Eigenaren van een B&B gaan bij andere eigenaren een nachtje logeren. Na het verblijf wordt gevraagd naar hun ervaringen.

“Ik miste een plankje in de badkamer om mijn spulletjes op te zetten, het bed was toch wel erg hard, er was geen televisie op mijn kamer, ik miste mijn roereitje bij het ontbijt…”. Zo houden de eigenaren elkaar een spiegel voor. Verbeteren is het doel.

Reinier doet ook zoiets. Namens de Cliëntenraad mocht ik aanwezig zijn bij een spiegelgesprek van het Moeder en Kind Centrum. Er waren ouders aanwezig, die met hun pasgeboren kindje(s) op de afdeling Neonatologie hadden verbleven. Soms alleen de moeder, soms de vader en de moeder. De situaties waren heel verschillend. De een was een gezonde kraamvrouw met een derde kindje, dat het ook goed deed. Na een week mocht het kindje naar huis. De ander was bevallen van een tweeling, die veel zorg nodig had. Het waren haar eerste kindjes.  Zij verbleef zeven weken in de kamer. Anderen waren “zieke” kraamvrouwen, bijvoorbeeld na een keizersnede of met het HELPP-syndroom. Kortom, veel verschillende patiënten en dus ook veel verschillende verhalen en ervaringen. Ook de vaders werden gehoord. We gaan immers uit van family centered care, dus de betrokkenheid van de vader wordt belangrijk gevonden. En ook de vader heeft vaak onze zorg nodig, al is het maar even een arm om de schouder en de vraag hoe het met hem is.

Net als in de Bed and Breakfast uitzendingen wordt er over kleine dingen gesproken. Er ontbreekt een plankje voor de toiletspulletjes. Of er is te weinig kastruimte om kleertjes te bergen voor de tweeling en hun moeder. Eigenlijk de dingen die je via een patiënttevredenheidsonderzoek wilt horen, zodat je snel iets kunt doen.

Maar steeds ging het gesprek ook dieper. Hoe is de nazorg ervaren? Hoe verliep de communicatie met artsen en verpleegkundigen? En hoe is het gesteld met de rust op de afdeling? Over dit laatste punt waren bijvoorbeeld de meningen van de patiënten wel dezelfde, in de ochtenden nooit rust, veel verschillende mensen in de kamer, die steeds andere dingen kwamen doen. De een maakte de wastafel schoon, tien minuten later kwam een volgende de waszakken legen, en even later kwam nummer drie om de vloer af te nemen. Kan dat niet gecombineerd worden in één persoon? Dat zou de rust ten goede komen en ook de privacy voor het jonge gezin. 

Wat alle gesprekken gemeen hadden, was dat de patiënten toch wel lovend waren over de zorg voor hen en hun kind. Wat anders is, is de beleving en de verbeterpunten, die daaruit voortkwamen. Dat maakt de spiegelgesprekken echt een mooie manier om samen met je collega’s, ook van andere disciplines, het verhaal van de patiënt echt te horen. Waarna je gezamenlijk de verbeterpunten op kunt pakken om weer een verdere verbeterslag te kunnen maken.

Na het spiegelgesprek heb ik nog even nagepraat met twee moeders. Zij kregen tranen in hun ogen, toen zij mij vertelden over het troostdekentje, door vrijwilligers gemaakt voor deze pas bevallen vrouwen, die verdrietig zijn, omdat hun kindje in het ziekenhuis moest blijven. En over de verpleegkundigen. Met sommigen hadden ze zo’n een stevige band opgebouwd, dat het hen moeilijk viel om afscheid te nemen.

Die tranen heb ik bij Bed and Breakfast nooit gezien, maar de spiegel die we onszelf hebben voorgehouden door te luisteren naar deze mooie verhalen is dezelfde.

Ria Havekes