Spoedeisende hulp

Een telefoontje: “De huisarts wil dat ik naar de spoedeisende hulp ga. Breng je me even?” Wat die ochtend nog een hoofdpijn leek die wat langer duurde, wordt ineens iets om je zorgen over te maken.

Gauw naar huis dus maar, en vervolgens samen op weg naar het ziekenhuis. Niet het Reinier, waar ik inmiddels de weg weet, maar het ziekenhuis waar de huisarts naar verwezen heeft.

Zoeken naar de ingang voor de SEH. Melden aan de balie. In het kort vertellen wat er aan de hand is. “Gaat u maar zitten. Er komt zo gauw mogelijk een verpleegkundige bij u.” Ok. Wachten dus.

Je gaat op alles letten. De mensen achter de balie die even een geintje maken. De verpleegkundige die even een kopje koffie komt drinken en een praatje maken. Het kind dat met moeder en oma naar binnen gaat – dat schiet op. De meneer die binnenkomt en bijna meteen naar binnen mag. Dat schiet niet op. En dan, na drie kwartier, de verpleegkundige die de naam van je partner roept.

Mee naar binnen. Horen dat het haar ergert dat ze opnieuw haar verhaal moet doen. Weer wachten, in een wachtkamer waar het beduidend drukker is. Huilende baby’s, mensen die hun longen uit hun lijf lijken te hoesten. Geen idee wat er allemaal gebeurt, geen idee hoe lang het zal duren. Sneller dan verwacht een verpleegkundige en een co-assistent. Weer het verhaal vertellen, aan de co-assistent. Wachten als de co-assistent wordt weggeroepen. Aan de andere kant van het gordijn, op de gang, flarden van gesprekken. Andere patiënten en hun begeleiders, verpleegkundigen en dokters onder elkaar. Over patiënten en over vakanties.

De dokter. Weer het verhaal vertellen. “Tja, dat lijkt toch het meest op …. Maar ik ga eerst nog even overleggen met mijn baas.” Nog een half uur wachten. En dan: “Inderdaad. Wij denken het vanzelf overgaat, en dat het ook wel zo nu en dan zal terugkomen..”

Een kwartiertje later weer in de auto. Opgelucht. En een beetje verbaasd over hoe het allemaal ging. Dat je telkens opnieuw je verhaal moet vertellen, bijvoorbeeld. Waarbij je je realiseert hoe ingewikkeld dat eigenlijk is: hoe leg je precies uit wat je voelt, en wat er raar is aan wat je ziet? En is het nou de bedoeling dat je steeds hetzelfde vertelt, of wordt het steeds opnieuw gevraagd omdat het de vorige keer niet duidelijk was?

Verbaasd ook over hoe snel je gereduceerd bent tot afhankelijkheid. In handen van capabele mensen, zonder twijfel, maar het voelt heel raar. Geen idee waar je aan toe bent, wat er gaat gebeuren. Of al die aandacht nu betekent dat er misschien iets ernstigs is, of dat het standaard is. Wat wel hielp, was dat ik net een paar weken eerder, tijdens een bezoekje aan de SEH van het Reinier, van een verpleegkundige uitgebreid uitleg had gekregen over de gang van zaken daar. Maar pas als je het van de andere kant meemaakt, begrijp je hoe het voelt. Hoe belangrijk het is dat iedereen meevoelend is en zijn of haar best doet om te helpen, en dat mensen even tijd te nemen om uit te leggen wat ze doen en waarom.

Max Kommer