Borstkankerpatiënten hebben vaste verpleegkundig specialist: “Heel fijn om één aanspreekpunt te hebben”

9 oktober 2023

In 2022 kwamen er zo’n 316 nieuwe borstkankerpatiënten in het Borstkankercentrum van het Reinier de Graaf ziekenhuis. Een deel daarvan, 26 patiënten, valt onder de AYA’s. Dit zijn jongvolwassenen tussen de 18 en 39 jaar met kanker. Om al deze patiënten de beste zorg op maat te bieden, werkt ons ziekenhuis met casemanagers. Patiënten worden het gehele behandeltraject begeleid door een verpleegkundig specialist die hun vaste aanspreekpunt is. Zo is Mariëlle van Vugt de verpleegkundig specialist die Anne van Weije (34) begeleidde tijdens haar behandeling.

Anne kreeg vorig jaar de diagnose borstkanker en ging een behandeltraject in. Anne: “Eerst kreeg ik een chemokuur van acht weken. Toen is er een nieuwe MRI-scan gemaakt en was gelukkig te zien dat de chemo aansloeg. Toch was er nog een chemokuur nodig van twaalf weken. Op de MRI was vervolgens niks meer te zien.” Mariëlle legt uit: “Daaruit bleek dat de chemotherapie heel goed aangeslagen was. Begin oktober 2022 kreeg Anne haar laatste chemotherapie en werd eind die maand geopereerd middels een borstsparende operatie. Alle onrustige cellen waren weg. Maar om het risico dat het terugkomt zo klein mogelijk te maken, werd Anne in december nog vier weken bestraald.”

Contact tijdens behandeling

Tijdens de intensieve behandelperiode hadden Anne en Mariëlle veel contact. Mariëlle: “Het is mijn rol als casemanager om het totaalplaatje te bekijken tijdens de behandeling. Tijdens de chemokuur bijvoorbeeld regelmatig vanwege de kuurcontroles. Maar ik kijk juist ook hoe het emotioneel gaat. Ik pols regelmatig of de patiënt het nog trekt of wellicht extra hulp nodig heeft.” Voor Anne was dit contact fijn. Anne: “Het is heel prettig om op terug te kunnen vallen. Heel fijn om een vast aanspreekpunt te hebben. Ik werd altijd snel geholpen bij vragen. Als ik belde werd ik of meteen geholpen of snel teruggebeld.”

Ondersteuning bij herstel

Ook in de laatste fase van de behandeling is die ondersteuning juist erg belangrijk. Mariëlle: “Ik bereid patiënten dan voor. Tijdens de behandeling kunnen patiënten een soort veiligheid ervaren. Doordat zij zo lang in behandeling zijn, staan we in nauw contact met elkaar. Als dat wegvalt, kan dat soms ervaren worden als een ‘zwart gat’. Het gevoel dat je het ineens allemaal alleen moet doen, kan best zwaar zijn. Daarom vind ik het belangrijk om in overleg te bepalen wat patiënten fijn vinden. Willen ze zelf contact opnemen als het nodig is, of willen ze dat ik ze bel na een aantal weken. Bij Anne was dat laatste het geval.”

Anne: “Ik begon net weer een beetje mijn eigen draai te vinden en toen belde Mariëlle. Dat vond ik erg fijn. Je voelt je gesteund. Je leunt al die tijd op het personeel en hun medische ervaring en kennis. Dan is het prettig om ze weer te spreken.” Inmiddels zit Anne haar behandeling erop en is ze hersteld. Wel blijft ze de komende jaren onder controle in het ziekenhuis. “Ik vind dat erg zorgvuldig. Bij twijfel kan ik altijd bellen”, zo vertelt ze.

Herkenning kan helpen

Mariëlle: “Het kan voor patiënten prettig zijn om in contact te komen met lotgenoten. Dit kan bijvoorbeeld via het AYA-netwerk of tijdens oncologische fysiotherapie in groepsverband. Als je ziek bent kan een stukje herkenning helpen tijdens en na behandelingen.” Anne had hier in eerste instantie niet veel behoefte aan. “Ik vond het fijn om met mijn partner en kind te zijn. Daarnaast had ik veel aan de hulp van Mariëlle. Daarin vond ik een stukje herkenning en zij gaf mij een bemoedigend woord. Tijdens een informatieavond in het ziekenhuis over herstel na borstkanker sprak ik een aantal gelijkgestemden. Sindsdien spreken wij elkaar af en toe, wat fijn is omdat we hetzelfde hebben meegemaakt. Achteraf heb ik dit lotgenotencontact tijdens mijn chemokuur misschien toch wel gemist. Ik zou andere patiënten aanraden om hier zeker eens naar te kijken.”

Ook interessant