Het gaat om een landelijk multicenter onderzoek, dat gericht is op het verbeteren van fysiotherapeutische nazorg aan patiënten die bij een traumachirurg onder behandeling zijn geweest. Samenwerking in een multidisciplinair team en met eerstelijns fysiotherapeuten in de regio staat daarbij centraal.
De Traumapoli is bedoeld voor patiënten die behandeld zijn door een van de traumachirurgen van Reinier de Graaf. Onderdeel van de nazorg aan deze patiënten is een fysiotherapeutisch traject, waarmee zij op de juiste wijze kunnen herstellen van hun ingreep. Dit vindt vaak deels plaats onder begeleiding van fysiotherapeuten in het ziekenhuis en deels bij eerstelijns fysiotherapeuten. Voor de komst van de Traumapoli waren de behandeling bij de traumachirurg en bij de fysiotherapeut twee grotendeels gescheiden trajecten. Dit leverde soms problemen op bij de nazorg, doordat patiënten niet optimaal aan hun herstel konden werken.
“Op de Traumapoli voeren een traumachirurg en een fysiotherapeut van Reinier de Graaf gezamenlijk overleg met de patiënt over diens herstel”, zo legt chirurg Maarten van der Elst uit. “Samen komen we zo tot een nabehandelingstraject dat niet alleen gericht is op het medisch herstel van patiënten, maar ook op andere aspecten die vaak een wat langere aanloop hebben. Denk aan patiënten die na hun ingreep uiteindelijk weer willen werken, sporten of andere fysieke activiteiten willen verrichten. Daarvoor heb je echt een fysiotherapeutische blik nodig.”
Eerstelijns fysiotherapeut
Op de Traumapoli wordt dus multidisciplinair samengewerkt en dit strekt zich uit tot buiten de muren van het ziekenhuis. Veel patiënten komen na hun behandeling in Reinier de Graaf namelijk uit bij een eerstelijns fysiotherapeut die hen verder begeleidt. De eerstelijns fysiotherapeuten in de regio zijn dan ook betrokken bij de Traumapoli, via een samenwerking met de zorggroep FEL (Fysiotherapie Eerste Lijn). Dit moet met name resulteren in een betere communicatie over en weer. Via de Traumapoli krijgen de eerstelijnsfysiotherapeuten zoveel mogelijk gegevens van Reinier de Graaf over de betreffende patiënt, zodat zij hun behandelingstraject zo goed mogelijk kunnen inrichten. En de eerstelijnsfysiotherapeuten blijven in contact met de Traumapoli, zodat het ziekenhuis in beeld blijft voor eventuele nazorg.
“Door deze manier van werken willen we de juiste zorg op de juiste plek bieden”, zo vertelt Tim Könings, eigenaar van een eigen fysiotherapiepraktijk die via de FEL betrokken is bij de Traumapoli. “Het komt regelmatig voor dat patiënten die bij een traumachirurg onder behandeling zijn geweest naar een fysiotherapeut gaan die minder geschikt is om hen te behandelen. Of ze gaan überhaupt niet naar een fysiotherapeut. Door deze manier van werken blijven patiënten in beeld en krijgen ze de nazorg die ze nodig hebben.”
Zo optimaal mogelijk herstellen
Door deze multidisciplinaire aanpak, willen we ervoor zorgen dat patiënten zo optimaal mogelijk herstellen van hun ingreep in het ziekenhuis. Daarmee voorkomen we onder andere dat patiënten opnieuw moeten worden opgenomen voor een aanvullende behandeling. Deze nieuwe manier van werken past binnen onze aangescherpte strategie, die zich onder andere richt op samenwerking met regionale zorgaanbieders (netwerkzorg). Door dit hersteltraject aan te bieden, verwachten we ook zorg te kunnen voorkomen, wat weer onderdeel is van ons programma Transitie van zorg.
De multidisciplinaire Traumapoli is een initiatief van het Amsterdam UMC. Onder de vlag van het zogenoemde Transmuraal Trauma Care Model (TTCM) wordt deze manier van werken toegepast in verschillende ziekenhuizen in Nederland. Is het landelijk multicenter onderzoek een succes, dan is het de bedoeling dat de Traumapoli een vast onderdeel wordt van de werkwijze binnen Reinier de Graaf.